Digitale basisvaardigheden
2.1) Hardware.
2.1.1) De docent toont aan diverse hardware te kunnen benoemen, aansluiten en bedienen.
Op bijna al mijn stagescholen werd er gebruikgemaakt van een digibord met een vaste computer erbij. Je kunt dan inloggen met je eigen inloggegevens. Op het Friesland College had ik geen digibord, maar een tv. Die tv sloot ik aan met een HDMI kabel vanaf mijn laptop.
2.2) Software.
2.2.1) De docent toont aan over algemene kennis van ICT te beschikken en de vaardigheden ten aanzien van bestandsbeheer te beheersen.
Mijn schoolbestanden sla ik o.a. op via Google Drive. Hier heb ik per jaar en vak de documenten geordend. Dit doe ik omdat ik Google Drive overal kan openen. Het is niet afhankelijk van de laptop/computer. Overigens gaat het ook niet verloren op Google Drive. Als je het per ongeluk wegklikt, blijft het wel bewaard, omdat het steeds opnieuw en automatisch opgeslagen wordt.
Ik sla ook vaak iets op in mijn bestanden van de laptop. PowerPoints zien er bijvoorbeeld mooier uit als je het niet via Google Drive opslaat. Je hebt dan een breder aanbod van lay-outs. Ik mail de PowerPoint dan naar mezelf en sla hem op die manier op in Google Drive, zodat ik er te allen tijde bij kan en het niet verloren kan gaan. De werking van Google Drive vertel ik ook altijd aan mijn leerlingen, omdat docenten vaak van de leerlingen te horen krijgen dat ze het niet goed opgeslagen hebben en daarom niet kunnen inleveren. Als ze via Google Drive werken, kan dat niet gebeuren.
2.2.2) De docent toont aan dat hij de vaardigheden beheerst om met software effectieve samenwerking en communicatie tot stand te brengen.
Zie 2.2.1.
Toevoeging: in een Google Drive document kunnen verschillende mensen tegelijkertijd werken. Dit is handig om zo met collega's of studiegenoten samen te werken.
2.2.3) De docent toont aan dat hij kan omgaan met standaard kantoortoepassingen: tekstverwerkers, spreadsheetprogramma’s en presentatiesoftware.
Hiernaast staat een Prezi die ik heb gemaakt. Daaronder staat een PowerPoint die ik heb gemaakt en waarin een filmpje in verwerkt zit. Iedere les gebruik ik een PowerPoint of prezi, omdat ik zo WHHTUK in kan vullen. Dat helpt de leerlingen om zelfstandig te werk te gaan.
In het Word document hiernaast laat ik zien dat ik een automatische inhoudsopgave en bibliografie kan maken. In het document staat een onderzoek van onderwijskunde. Hierin heb ik gekozen voor een professionele lay-out. Daarmee wil ik een professionele leerhouding tonen aan de docenten en mezelf.
2.2.4) De docent toont aan dat hij een presentatie kan ondersteunen door gebruik te maken van software en hardware.
Bij een nieuw onderwerp test ik heel vaak de voorkennis door middel van een Mentimeter. De leerlingen/studenten kunnen met hun device naar www.menti.com gaan. Op het bord staat een code die ze moeten invullen. Aan de linkerkant van het scherm staat een woord (nu poëzie). Het is de bedoeling dat de leerlingen/studenten alle woorden invullen die hen doen denken aan het woord poëzie. Op die manier krijg je een soort van woordweb.
2.2.5) De docent toont aan dat hij kan werken met de elektronische leeromgeving, portfoliosoftware, (leerling gerelateerde) administratieve systemen van de school.
Tijdens stage heb ik de leerlingenabsentie o.a. via Somtoday kunnen invullen. Dat was heel gemakkelijk. Je opent de klas die je lesgeeft en zet bij de leerlingen een vinkje van aanwezig of niet. Hier kun je ook huiswerk opzetten. De leerlingen kunnen hier dan thuis op kijken om te zien wat hun huiswerk is.
Mijn eigen digitale portfolio is een bewijs voor dat ik kan werken met portfoliosoftware.
2.2.6) De docent toont aan dat hij educatieve software, serious games en mobiele apps kan inzetten.
Tijdens het vak NT2 heb ik gebruikgemaakt van een app: iLeren NT2 werkwoorden, grammatica en eten en drinken. Bij de app: NT2 eten en drinken kunnen de studenten nieuwe woorden leren over eten en drinken. Deze app is inclusief audio. In de app staan verschillende plaatjes om de woorden visueel te maken. Dit ondersteunt het leerproces.
2.2.7) De docent toont aan dat hij foto’s, video’s en audio digitaal kan maken, bewerken/converteren, publiceren en delen.
Het filmpje hiernaast heb ik zelf in elkaar gezet. Tijdens het intro heb ik tekst en een muziekje toegevoegd. Gedurende het filmpje is te zien dat ik meerdere beelden in één fragment kan zetten. Het filmpje heb ik gepubliceerd op YouTube en gedeeld met iedereen.
In samenwerking met mijn twee studiegenoten heb ik de beelden gemaakt.
2.2.8) De docent toont aan dat hij kan werken met digitale toetssystemen.
Op het Friesland College werkte ik tijdens mijn stage voor Nederlands met de digitale methode Gps-Nederlands. Bij die methode konden de studenten ook digitaal worden getoetst op de onderdelen van Nederlands.
2.3) Storingen.
2.3.1) De docent is in staat om kleine storingen zelf te benoemen en/of te verhelpen.
Wanneer een computer niet werkt, heb ik meerdere oplossingen. Meestal is de oplossing simpel. Soms is er een stekkertje dat er niet goed in zit, een knopje dat vrijwel onzichtbaar is etc. Ik heb meerdere keren meegemaakt dat het geluid het niet deed op het digibord. Ik weet nu hoe ik dat moet controleren: 1.) Het geluid van de computer moet aan zijn. 2.) Het geluid van het digibord moet aan zijn. Dit wil je nog wel eens vergeten.
Bij de onderbouw vinden sommige leerlingen het lastig om bijvoorbeeld in te loggen bij een Kahoot of dergelijke. Hier help ik ze dan mee.
Aan de hand van deze website laat ik zien welke vaardigheden ik op het gebied van ICT beheers.
Maak jouw eigen website met JouwWeb