1.1) De docent is een lerende en innoverende professional.

1.1.1) De docent toont aan dat hij een lerende professional is die  zelfstandig, creatief en kritisch gebruik maakt van de (nieuwe-) mogelijkheden van ICT bij leren, lesgeven en organiseren van onderwijs.

Tegenwoordig is ICT bijna niet meer weg te denken. In het onderwijs kun je dit op veel manieren inzetten. Ik vind dat het wel effectief moet zijn. Als leraar moet je onnodige dingen vermijden. Mijn visie op de meerwaarde van ICT in het onderwijs is dan ook dat het altijd nuttig moet zijn. Daarmee bedoel ik dat je het altijd moet koppelen aan een leerrendement. Het stukje kwalificatie moet je niet vergeten. Als ondersteuning daarvoor maak ik gebruik van de website: Leraar24; om op de hoogte te blijven van ICT kennis en vaardigheden. Op deze site staan diverse artikelen over het gebruik van ICT in de klas. Onder de afbeelding van Leraar24 staat een link naar een artikel. Dat artikel gaat over het videogebruik in de les. Wanneer is leren met een video effectief? Je vindt er een hoop praktische tips. Videogebruik in de klas vind ik nuttig, omdat je zo jezelf op die manier als professional bezig ziet. Reflecteren op de beelden is leerzaam en zo wordt je een betere leraar. Dit is weer een effectieve wijze van ICT-gebruik in de klas.

Tijdens mijn lessen maak o.a. gebruik van Kahoots. Ik vind dat dan ook een effectieve vorm van digitaal onderwijs. De Kahoot die in bijlage 1 staat, ging over de spelling van de afgelopen les. Hier dient de Kahoot dus als herhaling van de leerstof. Het gebruik van de Kahoot vind ik nuttig, omdat de leerlingen op een digitale en leerzame wijze een 'spelletje' spelen. De Kahoot helpt om het herhalingsproces van de leerstof voorspoedig te laten verlopen. 

1.1.2) De docent toont aan dat hij beschikt over de overtuiging dat betekenisvol onderwijs vraagt om beargumenteerde inzet van ICT en is in staat om de verworvenheden en beperkingen van technologie te herkennen en te integreren in betekenisvol onderwijs.

In de lessen maak ik af en toe gebruik van filmpjes. Daarbij kijk ik eerst weer op de site Leraar24. Zij hebben vaak handige tips om dit uit te voeren. Bij Fries zijn de 'Henk filmpjes' een groot succes. In die filmpjes legt Henk Wolf o.a. spellingsregels van de Friese taal uit. Dat doet hij op een amuserende wijze. Mijn ervaringen met deze filmpjes inzetten tijdens de les, zijn positief. De leerlingen/studenten horen de instructie op deze manier ook eens van een ander. Daarbij lachen de leerlingen/studenten altijd hard om de afbeeldingen die tijdens het filmpje voorbij komen. Wat een tip is voor iedereen die zo'n filmpje tijdens zijn les wil inzetten: geef de leerlingen/studenten altijd een opdracht bij het filmpje. Probeer ze aan het werk te zetten. Ze vinden het waarschijnlijk minder erg, omdat ze het filmpje leuk vinden en op die manier zijn ze actief aan het luisteren.  

Indien een docent met PowerPoint werkt (ik wel) heb ik een tip om in de PowerPoint de link naar het filmpje te zetten (zie hiernaast). Dit kan via een hyperlink. Dit is erg handig, omdat je zo direct op het platform komt waar je moet zijn. Het bespaart tijd. Wat ook kan via Google Powerpoints is het invoegen van een YouTube filmpje. Dan staat hij gelijk al in de PowerPoint. Een voorbeeld daarvan staat bij het kopje: 2.2.3.

1.2) De docent is een flexibele en adaptieve professional.

1.2.1) De docent toont aan dat hij kan inspelen op onderwijskundige veranderingen en behoeften met betrekking tot het gebruik van ICT.

Tijdens WPL2 werkten de klassen Fries met tablets. Op de tablet stond de methode: Searje 36. Daar konden de leerlingen oefeningen maken, instructies luisteren en de afsluitende toets maken. Dit was de eerste keer dat ik meedraaide in een tabletomgeving. Ik heb hier gedurende de stageperiode mee gewerkt en daarmee laat ik zien dat ik kan inspelen op onderwijskundige veranderingen (van boek naar tablet). Het scheelt een hoop nakijkwerk kan ik vertellen.

1.2.2) De docent toont aan dat hij initiatieven neemt in het gebruik van ICT om zo sociale- en crossculturele vaardigheden te bevorderen.

Voor Nederlands, niveau havo/vwo leerjaar 2/3 heb ik in samenwerking met drie klasgenoten een website gecreëerd waarin het project: Dit is mijn uitspraak centraal staat. De leerlingen hebben alleen de eerste les nodig voor de instructie van het gebruik van de website. Tijdens de eerste les wordt het doel van het project ook verteld. Daarna kunnen de leerlingen zelfstandig aan de slag met dit project. Alles wat ze nodig hebben, staat op deze site. Bij de opdrachten staan allerlei opdrachten die met H5p gemaakt zijn. Hiernaast is een afbeelding te vinden met een voorbeeld van zo'n opdracht. Hier kunnen de leerlingen kaartjes omdraaien (in tweetallen of alleen). Op de tweede afbeelding is een filmpje te vinden waarin we vragen hebben verwerkt. Die springen dan in beeld. Als je op de afbeeldingen klikt, kom op je op de website.

1.3) De docent is een reflecterende en onderzoekende professional.

1.3.1) De docent toont aan op methodische wijze ICT-gebruik te analyseren om zo systematisch verbeterpunten in zijn lespraktijk toe te passen en te beoordelen op effectiviteit.

De site: Dit is mijn uitspraak heb ik ontworpen met drie studiegenoten. Hier hebben wij feedback van docenten op gekregen en het daarna weer verbeterd. Op die manier krijg je een optimaal resultaat. De feedback kregen we via een digitale rubric toegestuurd (zie hiernaast). De samenwerking hebben we via WhatsApp gedaan. De docenten benaderden ons via de Gmail. 

1.3.2) De docent toont aan dat hij zoekt naar (interdisciplinaire) samenwerking met collega’s die in een vergelijkbare situatie rondom ICT en onderwijs verkeren.

Met mijn collega's op het Friesland College hadden we een platform waarop iedere docent informatie kon zetten: FC Bronnen. Hier konden we documenten voor de studenten opzetten, maar ook voor elkaar. Op die wijze hebben we via ICT samengewerkt.

1.4) De docent is een samenwerkende professional.

1.4.1) De docent toont aan dat hij opgedane ICT kennis en vaardigheden met andere docenten (binnen of buiten de school) kan delen om zo nieuwe kennis te construeren.

Mijn opgedane ICT kennis deel ik uiteraard met andere docenten. Hier gebruik ik Google Drive voor. Ik deel het document met andere docenten en op die manier kunnen zij er gemakkelijk gebruik van maken.

1.4.2) De docent ondersteunt en motiveert collega’s en leerlingen in hun ICT ontwikkeling.

Ik motiveer collega's om tijdens hun lessen ICT in te zetten. Dat doe ik door deze site beschikbaar te maken, zodat ze ideeën kunnen opdoen over de mogelijkheden van het inzetten van ICT tijdens de les. Uit mijn ervaringen doet blijken dat op veel scholen een digitaal platform is waarop docenten materiaal met elkaar delen of elkaar op de hoogte houden van ontwikkelingen in het onderwijs. Ik zou de link van dit ICT-portfolio dan graag op dat platform willen zetten, zodat iedereen er gebruik van kan maken en de effectiviteit van ICT-gebruik kan zien. Binnen een teamvergadering zou ik het gebruik van ICT graag willen motiveren bij ander docenten, door bijvoorbeeld een succeservaring te vertellen en/of te verwijzen naar de link van mijn ICT-portfolio.